New Beauty
 
    Home 
    Algemene info 
    Behandelingen 
    Klinieken 
    Artsen/specialisten 
    Salons 
    Nieuws 
    Videos 
    Tips & Tools 
    Boeken 
    Agenda 
    Links 
    FAQ 
 
Zoeken
 
Aanmelden
 





Bent u nog niet geregistreerd? U kunt zich inschrijven.
Als een geregistreerde gebruiker heeft u diverse voordelen en kunt u opmerkingen plaatsen onder eigen naam.
 
Online
We hebben 54 gasten en 0 leden online.

U bent een anonieme bezoeker. U kunt zich gratis registreren door hier te klikken
 
     
  New Beauty :: Wallen onder de ogen
pijl rechts Nieuws pijl rechts

graphic newbeauty

Wallen onder de ogen

Bron: Redactie New Beauty (02-04-2009)

Een vrouw komt bij plastisch chirurg voor correctie van de boven- en onderoogleden en wallen. Een week na de operatie krijgt ze een ontsteking aan de oogleden aan beide kanten. Er volgen diverse behandelingen en nieuwe operaties, maar het eindresultaat blijft een groot en een klein oog. De vrouw verwijt de arts de correctie niet lege artis te hebben uitgevoerd. Het tuchtcollege vindt de klacht ongegrond. Er zijn wel wat kanttekeningen te plaatsen bij de handelswijze van de plastisch chirurg, maar deze zijn niet opgenomen in de klacht en vallen niet onder de Wet BIG.

Regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg te Amsterdam.

Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 15 mei 2007 binnengekomen klacht van:

A, wonende te B, klaagster, tegen C, plastisch chirurg, werkzaam te D, wonende te E, verweerder.

1. Het verloop van de procedure.

Het college heeft kennisgenomen van:

- het klaagschrift met de bijlage;

- het aanvullende klaagschrift;

- het antwoord met de bijlagen;

- de correspondentie betreffende het vooronderzoek.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is ter openbare terechtzitting behandeld.

Partijen waren aanwezig. Klager werd vergezeld door haar echtgenoot, de heer F.

2. De feiten.

Op grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting heeft plaatsgevonden kan van het volgende worden uitgegaan:

Verweerder is als plastisch chirurg werkzaam bij G in D.

Op 21 augustus 2006 is klaagster op het spreekuur van verweerder gekomen met een verzoek tot correctie van de boven- en onderoogleden en wallen. Verweerder heeft een blepharoplastiek voorgesteld die op 29 augustus 2006 onder locale verdoving werd uitgevoerd.

Voorafgaande aan de operatie op 29 augustus 2006 heeft klaagster een voorgedrukt toestemmingsformulier ondertekend waarin zij onder meer heeft verklaard:

3. Volledig op de hoogte te zijn gebracht door de behandelend arts van de risico’s die aan een dergelijke ingreep verbonden zijn en begrepen te hebben dat er bij een operatie complicaties kunnen optreden zoals nabloeding, infecties, littekenvorming;

4. Te beseffen dat het functioneel en/of cosmetisch resultaat, als ook symmetrie bij dubbelzijdige ingrepen, ondanks het feit dat de behandeling met zorgvuldigheid en volgens de regels der kunst is uitgevoerd, van tevoren niet kan worden gegarandeerd en dat ontevredenheid met het esthetisch resultaat geen verplichtingen oplevert voor het medisch centrum om een tweede behandeling uit te voeren anders dan tegen de daarvoor geldende tarieven.'

Op 5 september 2006 kwam klaagster voor controle terug op het spreekuur en constateerde verweerder een ontsteking aan de oogleden aan beide kanten. Er volgde een nabehandeling met Steri-strips.

Klaagster kwam op 24 september 2006 terug op het spreekuur waarbij de ontsteking na een korte tijd verdwenen bleek te zijn maar klaagster intolerant bleek voor de strips. Op verzoek van klaagster is zij op 7 november 2006 opnieuw geopereerd en is beiderzijds een laterale canthopexie uitgevoerd. Na deze ingreep is klaagster teruggekomen voor controle en bleek opnieuw sprake van een ontsteking aan beide oogleden. In plaats van Steri-strips werden nu enkele hechtingen Ethilon 4-0 gebruikt in verband met een mogelijke intolerantie voor de strips. Klaagster is vervolgens iedere week teruggekomen voor controle en steeds bleken de hechtingen, ook na hernieuwde operaties onder lokale verdoving op 16 en 23 januari 2007 los te laten. De controles en vervolg operaties werden op kosten van verweerder uitgevoerd.

Op verzoek van klaagster heeft verweerder haar eind januari 2007 voor een second opi-nion en eventuele verdere behandeling naar collega H, plastisch chirurg in I te J, verwezen. Deze constateerde een ectropion OS en lagophtalmus OD en stelde een reconstructie voor door middel van Full Thickness Graft (FTG). Verweerder was het met dit voorstel niet eens.

3. Het standpunt van klaagster en de klacht.

De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder de correctie van de onderoogleden niet lege artes heeft uitgevoerd waardoor klaagster voor haar leven niet alleen fysiek maar ook mentaal verminkt is. Zij heeft nu een groot en een klein oog.

4. Het standpunt van verweerder.

Verweerder heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan.

5. De overwegingen van het college.

Het is duidelijk dat het resultaat van de door verweerder verrichte operatieve correcties aan beide ogen niet heeft beantwoord aan klaagsters verwachting. Klaagster schrijft dit resultaat toe aan de door verweerder toegepaste operatietechniek.

Voorafgaande aan de operatie heeft klaagster een vragenlijst moeten invullen die op de dag van de operatie is overhandigd. Het College deelt de mening van verweerder dat er op grond van de antwoorden contra-indicatie voor een operatie bestond. Het college merkt hierbij ten overvloede op dat, met het oog op een zorgvuldige afstemming met de patiënt en een goede voorbereiding op diens ingreep, het echter wel de voorkeur heeft dat door de behandelend arts aan patiënten gevraagd wordt een dergelijke vragenlijst eerder terug te sturen dan op de dag van de operatie.

Het College is van oordeel dat niet gebleken is dat verweerder de ingreep onjuist of onzorgvuldig heeft uitgevoerd. Een post-operatieve zwelling van de oogleden als gevolg waarvan de hechtingen loslaten zoals hier aan de orde was, is een normale complicatie die zich kan voordoen. In het voorgedrukte toestemmingsformulier wordt over risico’s gesproken maar de vraag of deze ook mondeling zijn toegelicht is door partijen ter zitting verschillend beantwoord. Derhalve is niet duidelijk of de informatie over de betreffende complicatie al dan niet mondeling is gegeven.

Na de hersteloperatie (laterale canthopexie) op 7 november 2006 was de sluiting van de oogleden normaal, stonden de hechtingen niet onder spanning en was er geen huidtekort. Ook was hetzelfde beeld aanwezig na de ingrepen (blepahroraphie) op 16 en 23 januari 2007. Het College kan verweerder volgen in zijn beslissingen om genoemde vervolgbehandelingen uit te voeren alhoewel ook na deze ingrepen de hechtingen steeds hebben losgelaten en derhalve niet hebben geleid tot het gewenste resultaat. Had verweerder op een eerder moment dan eind januari 2007een second opinion gevraagd, dan had dit naar het oordeel van het College niet tot een ander beleid geleid. Het College kan verweerder ook volgen in zijn mening dat hij de second opinion niet deelde, omdat het risico van het ontstaan van meer littekenweefsel en een daardoor nog slechter cosmetisch resultaat groot is en er tevens geen tekort aan huid was, zodat een FTG niet geïndiceerd was.

Met betrekking tot de door verweerder in de brief aan de huisarts geopperde mogelijkheid van automutilatie als verklaring voor het steeds loslaten van de hechtingen te kun-nen verklaren, merkt het College nog het volgende op. Automutilatie is een ernstige verdenking, hetgeen betekent dat alvorens een dergelijke verdenking door de behandelaar wordt geuit, van deze verwacht mag worden dat hij bij voorkeur eerst via de patiënt zelf of via anderen verifieert of hier daadwerkelijk aanwijzingen voor zijn. Verweerder had er naar de mening van het College dan ook verstandig aan gedaan deze verdenking eerst met patiënt of met anderen te bespreken en dit niet op de wijze, zoals hij heeft ge-daan en niet nader heeft gemotiveerd, in een brief aan de huisarts te suggereren (die hier overigens niet op heeft gereageerd).

De conclusie van het voorgaande is dat de klacht ongegrond is.

Verweerder kan met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg worden gemaakt.

6. De beslissing.

Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af.

Aldus gewezen op 2 september 2008 door:

mr. T.L de Vries, voorzitter,

J. van Asma, dr. B. van Ramshorst en M. Rol, leden-arts,

mr. R.M.S. van Berkestijn- Doppegieter, lid-jurist,

mr. T.H.C. Coert, secretaris,

en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 28 oktober 2008 door de voorzitter in aanwezigheid van de secretaris.

w.g. T.L de Vries, voorzitter

w.g. T.H.C. Coert, secretaris

Voor mededelingen omtrent hoger beroep zie aangehecht blad.



Vanwege internationaal auteursrecht kan New Beauty niet altijd het hele artikel tonen. In die gevallen bieden wij je een link naar de originele bron van het artikel aan. Zo kun je toch alle informatie lezen en er je voordeel mee doen. Hoewel we ons best doen te zorgen dat iedere doorlink uitkomt bij het artikel kan het voorkomen dat de andere website het artikel heeft verwijderd of de link heeft veranderd. Mocht je dit overkomen, dan excuseren wij ons voor de overlast en vragen wij je dit per email aan ons kenbaar te maken.

 
     
     
  Informatie over plastische chirurgie en cosmetische behandelingen, klinieken- en specialistengids, nieuws, schoonheidssalons, video's en veel meer!
© 2004-2021 New Beauty :: Evensis Media BV, alle rechten voorbehouden
 
     
border