Bij een botox-behandeling kunnen, net zoals bij iedere ingreep, complicaties ontstaan. Hoewel de kansen hierop klein zijn, is het toch goed om te weten wat de mogelijke gevolgen zijn van een dergelijke ingreep.
Andere spiertjes nemen functies over
Op het moment dat de aangezichtsspiertjes lamgelegd worden, dan zijn er andere spieren die hun taak overnemen. De spiertjes rond de ooghoeken of aan de zijkant van de neusvleugel nemen het werk over en zorgen voor expressie in het gezicht, met het gevolg dat er op die plekken rimpels ontstaan.
Verschrompelen van de spieren
Wanneer spieren niet meer gebruikt worden, verschrompelen ze. Dit kan ook gebeuren met geïnjecteerde gezichtsspiertjes. Wanneer de fronsspier regelmatig geïnjecteerd wordt zal er na verloop van tijd een deukje ontstaan in de huid op het voorhoofd.
‘Hangend’ ooglid (1%)
In uitzonderlijke gevallen kan een Botoxinspuiting een vreemd effect hebben, dat tijdelijk aanhoudt. Dat is het geval als er horizontale rimpel vlak boven de wenkbrauw wordt ingespoten; een ‘hangend’ ooglid is dan het gevolg. De behandelende arts zal dan ook altijd heel goed de afweging maken welke rimpels voor een Botoxbehandeling in aanmerking komen.
Immuniteit voor de behandeling (1-2%)
Ongeveer 1 tot 2 % van de mensen heeft antistoffen tegen Botox. Bij hen heeft de behandeling geen of onvoldoende effect. Immuniteit kan ook optreden bij herhaling van de behandeling, dit komt in 5% van de gevallen voor.
Voor wie is botox niet geschikt?
Mensen met een zenuw- of spieraandoening en zwangere vrouwen mogen uit voorzorg niet behandeld worden.
Print dit |
Verstuur dit | Hits: 13669 |