Behandelingen Lasik (ooglaseren)

Risico's en mogelijke complicaties

Bij een lasik behandeling kunnen, net zoals bij iedere ingreep, complicaties ontstaan. Hoewel de kansen hierop klein zijn, is het toch goed om te weten wat de mogelijke gevolgen zijn van een dergelijke ingreep.

Hoornvliesdefect (cornea erosie); (15%).

Oppervlakkige verwonding van de buitenste laag van het hoornvlies. Dit lijdt zelden tot problemen en geneest doorgaans snel.

Dunne, incomplete, donut of volledig losliggende hoornvliesflap (0,2%).

Deze complicaties treden op tijdens het snijden met de microkeratoom. De chirurg moet tijdens de ingreep beoordelen of de behandeling kan worden voortgezet of dat na terugplaatsen van de flap er drie maanden gewacht moet worden voor de laserbehandeling.

Decentratie van de laserbehandeling (1%).

De laser wordt niet exact in het midden van de ooglens gericht waardoor er klachten ontstaan zoals halo’s. Als dit klachten geeft kan een aanvullende behandeling nodig zijn.

Onregelmatig astigmatisme (1%).

Dit een misvorming van het hoornvlies, waardoor er een onregelmatige breking in het licht ontstaat, dit veroorzaakt bijvoorbeeld dubbel zien. Als dit klachten geeft kan een aanvullende behandeling nodig zijn of zal het dragen van een contact nodig zijn. Een verschoven hoornvliesflap kan vroeg na de behandeling worden teruggeplaatst.

Hoornvliesplooien (1%).

Geringe plooien hebben geen behandeling nodig. Als de gezichtsscherpte erdoor is gedaald, is het nodig de hoornvliesflap te liften en opnieuw glad terug te plaatsen.

Diffuse intralamellaire keratitis (1,3%).

Dit is een infectie in het snijvlak, deze complicatie kan over het algemeen goed worden behandeld met steroïde druppels en/of het schoonspoelen van het snijvlak.

Epitheliale ingroei (1-2% ).

De epithelia (het bovenste deklaagje van het hoornvlies) komt tijdens de ingreep onder de wondrand terecht. Deze complicatie kan goed worden behandeld met het liften van de hoornvliesflap en het verwijderen van het epitheel. Bij geringe stabiele ingroei kan worden afgewacht.

Infectie in het hoornvlies (0,02%)

Dit is gelukkig een zeldzame complicatie waarbij een snelle en adequate behandeling met antibiotica nodig is. Overigens is de kans op een dergelijke infectie bij extended wear zachte contactlenzen (0,04%)

Keratectasie (4:100.000)

Dit is een extreem zeldzame complicatie waarbij er na een aantal maanden tot soms twee jaar een toename van bolling van het hoornvlies zich voordoet. Hierdoor neemt de sterkte van het oog weer toe. Een deel van deze groep zal een hoornvliestransplantatie nodig hebben om de afwijking te kunnen corrigeren. Er zijn een tiental gevallen in de literatuur beschreven. Dat is vergeleken met de miljoenen behandelde ogen een uitermate kleine groep.

Kans op droge ogen

Dit is een relatief frequente klacht na lasik. In geval van droge ogen, na de lasertherapie, worden kunsttranen voorgeschreven om het oog beter te bevochtigen. Meestal treedt er een spontane verbetering op na enkele weken tot maanden.

Glare
Na de behandelingen kan er verstrooiing van licht optreden, die het zicht vertroebeld. Glare kunnen opgelost worden door een ander gebied van het hoornvlies te laseren.

Halo’s
Halo’s ontstaan door lichtinval buiten het gelaserde gebied van het hoornvlies, omdat de pupil bij duisternis groter wordt. Halo’s kunnen opgelost worden door een ander gebied van het hoornvlies te laseren.

Onder- en overcorrectie (2%)
Er kunnen afwijkingen optreden in het resultaat van de behandeling. Dit houdt in dat het ooglens niet helemaal de juiste sterke bereikt. Dit komt vooral voor bij mensen met hoge sterktes, met als gevolg dat er nog steeds een lichte bril nodig is ter correctie.